Ardèche: De 3 mooiste MTB routes in het zuidoosten van Frankrijk

In het zuiden van Frankrijk is de Ardèche diep in de rots uitgehouwen. Vanwege de wilde bochten en spectaculaire kloven trekken de Gorges de l’Ardèche kajakkers van over de hele wereld aan. Vooral in de zomer, wanneer de rivier het rustigst stroomt en ook gemakkelijk te peddelen is voor beginners. Dat laatste kan niet gezegd worden van de eenzame en woeste bergen eromheen. Hoewel de bergen alleen middelgebergten hebben, worden ze doorkruist door zogenaamde calades: kilometerslange paden tussen de bergdorpen, die veel hoogtemeters verzamelen in het zaagtandprofiel. Hier zijn de drie beste trailcircuits door de bizarre Monts d’Ardèche!

Frankrijk: De drie beste MTB-routes in de Ardèche

Tour 1 – Col de la Croix Blanche

  • Lengte: 49,9 kilometer
  • Bergop: 1606 meter hoogte
  • Moeilijkheidsgraad: moeilijk

Eigenlijk is er maar 700 meter hoogteverschil tot aan de Col, maar de vele ups en downs tellen op tot een trotse 1606 meter hoogte op de ronde.Foto: BIKEEigenlijk is er maar 700 meter hoogteverschil tot aan de Col, maar de vele ups en downs tellen op tot een trotse 1606 meter hoogte op de ronde.

Hoger dan 900 meter klimmen kan je op dit gevarieerde circuit niet klimmen door de uitlopers van de Ardèche-Cevennen. Maar het gaat de hele tijd op en neer – zonder een sterke conditie kom je niet ver. De smalle calades, de oude geplaveide paden tussen de bergdorpjes, kosten granen, vooral bergop, omdat het erg moeilijk is om je ritme te vinden in deze deels losse en getrapte puinhoop naar de Col del la Croix Blanche. Maar ook bergafwaarts moet je je fiets goed onder controle hebben op deze ietwat verraderlijke ondergrond. Vooral omdat er altijd korte, scherpe tegenklimmetjes in de weg zitten.

De landschappen van de uitlopers zijn zeer gevarieerd en worden gekenmerkt door terrassen en stenen muren. Tegelijkertijd verandert de ondergrond voortdurend: soms scherpgerande kalksteen, dan weer antislipzandsteen. Ineens klei en kort daarna weer leisteen. Dennenbossen maken onderweg plaats voor kastanjebossen, wijngaarden volgen olijfbomen. Het spreekt voor zich dat ook hier de paden zich moeten aanpassen. Hier volg je een permanente afwisseling van paden en iets bredere bospaden. Je bent bijna blij met de paar asfaltdelen, omdat je je armen en benen even kunt uitschudden. Vooral aan het einde van de tour, wanneer het licht bergopwaarts gaat naar Les Vans.

Beginpunt: Les Vans, parkeerplaats in het centrum van het dorp (Place Leopold Ollier) of aan de oevers van de Chassezac.

Kernpunten: De trails zijn tussendoor allemaal wat technischer, af en toe met haarspeldbochten, maar vooral S1-niveau, maximaal S2. De afdaling van Peyre naar Dépoudent vereist alerte zintuigen, vooral na regenval.

Reflectie: De Auberge de Peyre, ligt op km 30 direct aan de gelijknamige pas op de weg, een paar honderd meter voor het begin van de afdaling. Heerlijke charcuterie (lokale worstspecialiteiten), salade en omelet met eekhoorntjesbrood!

Rondleiding 2 – Bois de Païolive

  • Lengte: 54,9 kilometer
  • Bergop: 1386 hoogtemeters
  • Moeilijkheidsgraad: moeilijk

De klim richting Malbosc is naar het einde toe echt steil, maar de paden aan het einde kosten ook veel granen!Foto: BIKEDe klim richting Malbosc is naar het einde toe echt steil, maar de paden aan het einde kosten ook veel granen!

In het uiterste zuiden van het departement liggen de Ardèche-Cevennen, een ruig middelgebergte, maar niet per se erg hoog. Het hoogste punt van deze tour is slechts 558 meter hoog, maar laat je daar niet door misleiden. Na een paar open maar stenige paden door het kalksteenplateau van Naves, slingert een fysiek inspannende, maar technisch niet veeleisende klim naar Malbosc zich een weg door een zone van voormalige goudmijnen. De afdaling van het dorp naar de brug over de rivier de Abeau is zeker de moeite waard. Ook de overgang naar de Doulovy Valley, waar je door oude kolenmijnen raast, kost energie. Je moet zeker een paar korrels sparen, want aan het einde van de ronde is er nog een echt hoogtepunt: het labyrint van muren en stenen paden door het Bois de Païolive. DitHet oude bos heeft een zekere staat van instandhouding vanwege de mediterrane struikgewasvegetatie, hunebedden en bizar gevormde kalkstenen sculpturen. Bikers hebben een scherp oog en een goed uithoudingsvermogen nodig voor deze weer zeer ruwe op-en-neer paden. Zeker als je benen aan het einde van de tour al moe zijn.

Beginpunt: Les Vans, parkeerplaats in het centrum van het dorp (Place Leopold Ollier) of aan de oevers van de Chassezac.

Reflectie: In Malbosc ligt de Bistrot de Malbosc net na de vorige, zweterige klim (km 18,5). Geweldig uitzicht op de Cevennen vanaf het terras, plus kleine traktaties voor de lunch – perfect! Als u later wilt stoppen voor een hapje eten: Er is zeker een mooi plekje rond het afgelegen Place de la Gare in Saint Paul le Jeune (km 31).

Rondleiding 3 – Laval d’ Aurelle

  • Lengte: 33,4 kilometer
  • Bergop: 1145 hoogtemeters
  • Moeilijkheidsgraad: moeilijk

Het pad naar Petit Paris is een droom. De andere paden leiden over noklijnen en vermaken met veel panorama.Foto: BIKEHet pad naar Petit Paris is een droom. De andere paden leiden over noklijnen en vermaken met veel panorama.

Veel panorama, veel klimmen – deze tour klimt tot 1200 meter, maar de ronde in Montselgues begint ook op iets meer dan 1000 meter hoogte. Maar nogmaals, er wordt je niets gegeven. De hoogte telt op in het zaagtandprofiel. De route slingert veel over bergkamlijnen, die altijd een onbelemmerd en buitengewoon uitzicht bieden op de omliggende bergmassieven.

De dag begint met een spannende afdaling naar het bergdorp Petit Paris, gelegen in het midden van de bizarre granieten chaos van Montselgue. Dit wordt onmiddellijk gevolgd door nog een smal pad met uitzicht op de rotsachtige toppen in het rivierdal van de Drobie, vervolgens een oude Romeinse weg en ten slotte de steile klim naar de Col de la Croix de la Femme Morte. De afdaling naar Laval d’Aurelle is technisch niet bijzonder uitdagend, maar de weidse uitzichten over de bergruggen zijn een knaller. De lange en zware klim vanuit Ourlette vereist goed gevulde energievoorraden, net als de S1 single trail naar Chalendas.

Beginpunt: Deze tour start in Montselgues, zo’n 25 kilometer ten noordwesten van Les Vans.

Kernpunten: De paden en bospaden zijn vaak rotsachtig, soms licht geblokkeerd tot een maximum van S2. Vanuit Pradon (km 29,5) is er een steile klim naar de Col de Teste Rouge. Als dat je dat niet meer bevalt, kun je overstappen naar de kleine weg.

Reflectie: Bolt door, want er is geen plek om te stoppen voor een drankje. Of je neemt een picknick mee in je rugzak. Er zijn tal van mooie uitkijkpunten langs de weg. Aan het einde van de tour kunt u echter genieten van een koud biertje en een hapje in de Gîte La Fage in Montselgues!

>> De GPS-gegevens van de drie tours zijn hier gratis te downloaden <<

Het mountainbikegebied van de Ardèche

De Ardèche is een departement in de regio Auvergne-Rhône-Alpes in Frankrijk. Het ligt in het zuidoosten van Frankrijk en is vernoemd naar de rivier de Ardèche, die door de regio stroomt. De kloven, de Gorges de l’Ardèche, zijn bijzonder beroemd en trekken in de zomer duizenden kajakkers aan. Maar naast peddelen zijn wandelen en fietsen bijna beter in de ruige bergen – wat niet veel mensen weten. Daarom heb je de vele paden en panorama’s vaak voor jezelf! Historische dorpjes en prehistorische sites kenmerken het culturele landschap, de regionale keuken inspireert met kastanjes, ongelooflijk heerlijke kaasspecialiteiten en uitstekende wijn.

De Monts d’Ardèche maken geografisch deel uit van het Franse Centraal Massief en worden gekenmerkt door kastanje-, dennen- en eikenbossen. Stenen muren en terrassen (“faïsses”) doorkruisen deze bergwereld, evenals uitdagende natuurpaden, ruige karrenpaden en stenige bospaden, waarbij de overgangen tussen de soorten paden vrij vloeiend zijn. “Calades” is de naam van de oude en vaak zeer steile verbindingspaden tussen de bergdorpen. De massieve stenen trottoirs zijn door de eeuwen heen verweerd en zijn vaak een uitdaging om op te rijden. De topografie van de bergen, die grillig zijn door kloven, heeft het ook allemaal: de ups en downsGoede fysieke conditie, een hoge mate van concentratie en een attente rijtechniek. Het is maar goed dat je altijd door kronkelende dorpjes en kleine gehuchten komt, waar je je waterflessen in de fonteinen kunt vullen en kunt stoppen bij gezellige bars.

De Monts d'Ardèche in het zuidelijke departement Auvergne en zijn drie beste tochten voor mountainbikers. | Kaart: Karin Kunkel-JarversDe Monts d’Ardèche in het zuidelijke departement Auvergne en zijn drie beste tochten voor mountainbikers. | Kaart: Karin Kunkel-Jarvers

Reis

Van München naar Les Vans loopt de kortste verbinding via Zürich en het Meer van Genève door Noord-Zwitserland. Afstand 931 kilometer. Je moet ongeveer 10 tot 11 uur plannen voor deze rit. Tip: In Frankrijk kun je jezelf de tolwegen besparen. De landwegen zijn bijna net zo goed ontwikkeld en kosten geen tol.

Overnachten

Als u met een camper reist, vindt u geweldige campings, zoals het Domaine de Chênes in de buurt van Les Vans (tours 1 en 2). Info: domaine-des-chenes.fr
Restauranttip in de directe omgeving: Auberge de Chanaleilles, creatieve streekkeuken in een zeer aangename ambiance.

Fietsenwinkel en rondleidingen

De gidsen van Cycles AMC7 kennen elke steen in de omgeving. In de winkel in Chandolas (44 rue du Chassezac, 07230 Chandolas) zijn er huurfietsen en reparatieservice.
Info: amc7.com

Kaarten & Literatuur

Topografische wandelkaarten van de IGN, Série Bleue (1:25000), nummers: 2839 OT, 2838 OT, 16,90 euro per stuk. Ardèche”: zeer goed onderzochte wandelgids. Rother Bergverlag, ISBN978-3-7633-4323-2

Wat u niet mag missen in de Ardèche:

Grotte Chauvet 2 Ardèche

Ontdekt in 1994, werd de spectaculaire grot door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed en toont de oudste grotschilderingen die tot nu toe zijn gevonden. Ze zijn een ongelooflijke 36.000 jaar oud. Om ze te behouden, moet nauwgezet aandacht worden besteed aan het klimaat in de grot. Daarom is het helaas niet mogelijk om het origineel bij de Pont d’Arc te bezoeken. Maar voor bezoekers is een inloopkopie van het origineel gemaakt: de “Grotte Chauvet 2 Ardèche”. Daarin loop je over loopbruggen door de berg en kun je de beste schildermotieven uit de steentijd bewonderen. Onder hen is een 12 meter lang fresco met 92 dieren in volle beweging. En onder de dieren die 36.000 jaar geleden inheems waren in dit gebied zijn leeuwen, mammoeten, reuzenherten en wolharige neushoorns. Ticket reserveren: grottechauvet2ardeche.tickeasy.com/de

In de zomer zijn de stroomversnellingen in de Ardèche gemakkelijk onder de knie te krijgen.Foto: Patrick KunkelIn de zomer zijn de stroomversnellingen in de Ardèche gemakkelijk onder de knie te krijgen.

Kajakken: Terwijl je hier bent, kun je het niet missen: peddel de Gorges de l’Ardèche af in een kajak! De regio staat immers bekend om de watersport. Het beste van alles: plan een tweedaagse tour en breng de nacht halverwege door in het bivak Gournier in de kloof. Tip voor kajak beginners: Eerst fietsen, dan peddelen, je armen zullen je dankbaar zijn! Verhuur en rondleidingen: canoe-ardeche-petitmer.com

Informatie in het algemeen: Verdere accommodatie en alles wat u moet weten over de regio vindt u op: ardeche-guide.com

Het gebiedsrapport van de Monts d’Ardèche

Bijna twee decennia lang bracht Manuel bijna twee decennia door als wegenbouwingenieur die het land bestrating. “Twintig jaar hogesnelheidslijnen, snelwegen en bypasses aangelegd”, zegt hij. “Steeds meer projecten, steeds meer verkeer. En betonneren over steeds meer landschap – op een gegeven moment ging dat voor mij tegen de stroom in.” Daarom is alles nu anders. Manu, 45 jaar oud, geboren in de Vogezen in de Elzas, zijn moeder Frans, zijn vader Spaans, staat op een kale bergrug in het zuiden van Frankrijk, waar de eenzame Monts d’Ardèche opgaat in de nog eenzamere Cevennen. Rondom: Puur natuur, prachtige uitzichten, plus een intense geur van jeneverbes en een paar ruige schapen die honderd meter onder onze locatie liggen.gazon.

Alleen middelgebergten, maar soms best pittig!Foto: Patrick KunkelAlleen middelgebergten, maar soms best pittig!

Manus Bike leunt tegen de verweerde stam van een oude eik. Hij schroeft een tinnen bordje in het hout: “Grande Traversée” staat erop geschreven, een mountainbikeroute over de Monts d’Ardèche. Deze route hebben we vandaag al meerdere keren overgestoken. Natuurlijk reed Manu de hele tocht op de fiets, stuk voor stuk van de 315 kilometer. “Dit is mijn nieuwe leven”, vertelt de Fransman tevreden grijnzend. “Mijn nieuwe thuis.” Hij komt al zeven jaar naar de bergen van de Ardèche en twee jaar geleden zegde hij zijn vaste baan als wegenbouwkundige op. Hij werkt nu als berggids. Als hij niet te voet of met de mountainbike op pad is met klanten, markeert hij nieuwe fietspaden namens het Regionaal Park Monts d’Ardèche of houdt hij een deel van het lokale wandelroutenetwerk in goede staat: “Ik ben hier verantwoordelijk voor een goede 200 kilometer route”, zegt hij. Maar dat is niet genoeg voor hem. Volgend jaar wil Manu een fietsenwinkel openen in het stadje Les Vans, en daar is behoefte aan: “Steeds meer fietsers ontdekken de bergen van de Ardèche.” Dit komt doordat er steeds meer bewegwijzerde fietsroutes zijn. Gelukkig zijn ze nog allesbehalve overvol: onderweg komen we misschien wel een tiental bikers tegen. In drie dagen …

De typische calades werden een paar eeuwen geleden tussen de bergdorpen gelegd. De paden zijn er nog steeds, maar hun massieve stenen trottoirs zijn verweerd en verknoeid.

Ondertussen kent Manu elke steen, nou ja, dat is niet helemaal waar: de bergruggen rond Montselgues zijn bezaaid met enorme, rondgesneden granieten rotsblokken, dus zelfs mijn lokale metgezel verliest soms het spoor. Aan de rand van de zee van rotsen slingert ons pad zich bergafwaarts – en Manu is bijna niet te stoppen, noch in de afdaling op het panoramische pad naar Laval d’Aurelle, noch in het enthousiast over zijn geadopteerde huis. “De afwisseling is ongelooflijk”, vat hij ’s avonds na de rondleiding samen bij een glas verfrissend koele roséwijn: “Er zijn geen sprongen, geen bochten, alleen natuurpaden.

Lees ook:   Fitness Series Deel 1: 6 rekoefeningen die mountainbikers niet mogen missen

Er zijn geen sprongen, geen bochten, alleen natuurpaden.Foto: Patrick KunkelEr zijn geen sprongen, geen bochten, alleen natuurpaden.

We nemen de paden zoals ze zijn en passen ons aan de omstandigheden aan, niet andersom. Maar je hebt een goed uithoudingsvermogen nodig om aan het einde van een lange dag toeren nog plezier te hebben op de trails.” Nee, de paden van de Monts d’Ardèche hebben echt niets te maken met afdalingen in bikeparks of geveegde stroompaden. In het oude cultuurlandschap moeten we voor elke meter werken, zowel bergop als bergaf. De smalle calades, zoals de oude paden tussen de dorpen worden genoemd, kosten granen. Omdat hun massieve stenen trottoirs door de eeuwen heen enigszins in de war zijn geraakt. We moeten ons volledig concentreren om de juiste lijn te vinden tussen stappen, hakken en enorme kuilen.

Veel van de dorpjes die we passeren zien er nog hetzelfde uit als honderd jaar geleden: dicht opeengepakte stenen huizen, smalle steegjes en in het centrum van het dorp altijd een koele fontein waar we onze lege drinkflessen kunnen bijvullen. Het landschap wordt gekenmerkt door kastanje-, dennen- en eikenbossen, doorkruist door lage stenen muren en terrassen die “faïsses” worden genoemd. Steeds minder mensen willen tegenwoordig echter het harde werk doen in de terrasvormige bergflanken, zegt Manu: Daarom raken veel van deze oude boomgaarden en velden overwoekerd. Maar elders zien we goed onderhouden kastanjeplantages of vers aangeplante wijngaarden.

Het leuke aan de Calades: Ze leiden steeds weer door bergdorpjes met een leuke bar.Foto: Patrick KunkelHet leuke aan de Calades: Ze leiden steeds weer door bergdorpjes met een leuke bar.

De volgende dag worden we ook bedwelmd door de metamorfose van het landschap: We beginnen tussen olijfgaarden en lavendelvelden, vechten ons een weg over smalle paadjes bedekt met een soort scherpgerande kalksteenscherven en bereiken na een tijdje het struikgewas hoogplateau van Naves. Even ademhalen, dan is het een heuvel verder bergafwaarts door weelderig bloeiende bloemenweiden. Tot slot duiken we in een naar hars geurende Kiefernwald, jagen over snelle paden op grijpgrage zandsteen en kort daarna zweten we de resterende mineralen uit ons lichaam, want we stappen een waanzinnig steile bosweg op richting het bergdorp Malbosc …

“Ah” – eindelijk een pauze in de dorpsbar! Koel af en geniet op uw gemak van het uitzicht op de Cevennen.

“Ik hou vooral van de afdalingen van de tweede helft van de tour,” kondigt Manu het volgende deel van het pad aan terwijl hij betaalt, een bultrug calade gemaakt van leistenen platen naar beneden in de Abeau Gorge, aan het einde waarvan een oude stenen brug over de diep uitgesneden rivier leidt. Direct daarna is het weer omhoog: 300 matig steile hoogteverschillen. Dit keer door schaars dennenbos en door het midden van de verlaten kolenmijnen in de Vallée du Doulovy. Zonder deze constante ups en downs zijn de Monts d’Ardèche gewoon niet te krijgen: de dijen branden, de zon zakt langzaam naar de horizon en ik kijk al verlangend naar de kilometerstand van mijn snelheidsmeter – hoe ver kan het zijn?

Maar het bier na het werk zal nog even moeten wachten. Manu lijkt net op gang te komen. Kort voor het einde trekt hij zijn echte aas uit de mouw: het Bois de Païolive. Kilometers lang slingeren de smalle, labyrintachtige paden door bizar verweerde kalkstenen kliffen. Sommige van deze stenen kolossen zijn bezaaid met gaten zoals Zwitserse kaas. Maar ook de paden zelf zijn doorspekt met keien en keien. Dit maakt het rijden tot een koorddansact, want de struiken en struiken die licht uit de berm ontspruiten, de mediterrane garrigue, zijn bedekt met behoorlijk bijtende doornen. Maar beetje bij beetje bereiken we een groenblijvend steeneikenbos. Het neemt iets meer weg van het vervagende daglicht, maar er komt tenminste niets meer in onze kleding te zitten. Als we eindelijk uit dit bos komen, stopt Manu: het uitzicht is gigantisch, onder ons ligt de diep uitgesneden kloof van de Chassezac.

Oude stenen brug over de Chassezac - en ver en breed niemand onderweg.Foto: Patrick KunkelOude stenen brug over de Chassezac – en ver en breed niemand onderweg.

“Dat is waar de regio eigenlijk beroemd om is: de kloven van de rivieren de Ardèche, Beaume en Chassezac. Zij zijn de reden waarom zoveel kajakkers hier hun vakantie doorbrengen”, zegt Manu. “Tachtig procent van alle bezoekers wil de Gorges de l’Ardèche af.” De beroemde kalksteenkloof in het laatste derde deel van de rivier is in de zomer vaak zo druk dat er echte files staan bij de stroomversnellingen, weet Manu. Een probleem dat we hier in de bergen om ons heen zeker nog niet voelen. We hebben hier dagenlang een gratis ritje. De paden zijn bijna verlaten. Dat de Ardèche veel meer biedt dan wildwater, lijkt zich tot nu toe natuurlijk niet te hebben verspreid. En dat is maar goed ook!