Waalse schatkist: op de UNESCO-fietsroute door het zuiden van België

De lift snelt naar beneden in het donker. Verdomd snel en behoorlijk wiebelig is de rit in de hijskooi tot 30 meter onder de grond. Waar de eerste schacht van de voormalige steenkoolmijn van Blegny in de steen werd uitgehouwen. 30 meter is nog maar het begin; Ze groeven hier in het noordoosten van Wallonië tot 750 meter diep onder de grond en wonnen er eeuwenlang steenkool. Al meer dan 40 jaar graaft niemand meer in de Blegny-mijn. De voormalige kolenmijn werd in 1980 gesloten. In 2012 werd het door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed, samen met drie andere mijnen in Wallonië: Le Grand-Hornu bij Bergen, Bois-du-Luc bij La Louvière en Bois du Cazier bij Charleroi.

Op de UNESCO-fietsroute volgt het ene culturele hoogtepunt het andere op

En de mijnen zijn zeker niet de enige UNESCO-werelderfgoedlocaties in deze diverse en daarom opwindende regio: een neolithische mijn, een kathedraal, verschillende belforten, historische scheepsliften, Belgische biercultuur en kleurrijke en historische carnavalsevenementen zijn ook door UNESCO veredeld als werelderfgoed. De UNESCO-fietsroute, gelanceerd in 2020, loopt langs deze werelderfgoederen. In totaal bijna 500 kilometer van Doornik in het zuidwestelijke puntje van Wallonië naar Blegny, niet ver van Luik. “Voor mij is dit de beste manier om deze regio in de ware zin van het woord te ervaren”, zegt mijn medepassagier en België-fan Barbara. “Je fietst door een geweldig landschap, waarin weinigen zo’n verscheidenheid aan culturele hoogtepunten zouden verwachten.”

Blegny is de enige steenkoolmijn in heel Europa waar je in het kader van een tour nog “ondergronds” kunt gaan, zelfs tot 60 meter onder de grond. Water druppelt van het plafond, voetstappen weerkaatsen tegen de muren. Tot in de 20e eeuw moesten zelfs kinderen hier meer dan twaalf uur per dag, zes dagen per week werken. Kolenstof heeft hun longen weggevreten, het ongezonde klimaat en het harde werken hebben hun lichaam gehavend. De reis in de mijn is fascinerend en beklemmend tegelijk. We lijden letterlijk mee met de vroegere “mijnwerkers” en dompelen ons onder in de geschiedenis van de mijnbouw in de Waalse steenkoolgordel. De regio was een van de belangrijkste centra van de vroege industrialisatie. Wallonië heeft de Engelsen altijd op de hielen gezeten op het gebied van technologische vooruitgang – en Duitsland ver vooruit.

Maar zware industrie is nu geschiedenis; Mijnen, staalfabrieken, het grootste deel van de laken- en glasindustrie, verdwenen, sloten, werden geliquideerd. “Wallonië heeft moeilijke tijden doorgemaakt en heeft zichzelf volledig opnieuw moeten uitvinden. In veel gevallen heeft dit heel goed uitgepakt”, zegt mijn metgezel.

Wallonië is een bonte mix van natuur, industrieel erfgoed en architectuur

In ieder geval is deze regio, die in Duitsland grotendeels onbekend is, een echte insidertip, bijna een grabbelton met een mix van een vaak zeer mooi landschap, fascinerende industriële cultuur en architectonische hoogtepunten uit verschillende eeuwen.

Het begint in Doornik. De stad strijdt met Tongeren om de titel van oudste stad van België. Al in de Merovingische tijd rond 500 na Christus zou hier een kerk hebben gestaan; Vandaag de dag staat de kathedraal Notre-Dame de Tournai op dezelfde plaats, waar romaanse en gotische delen samenkomen om een architectonisch meesterwerk te creëren – een UNESCO-werelderfgoed, net als het Belfort uit 1188 dat er naast ligt. De belforten worden vaak aangezien voor kerken. Maar de meestal middeleeuwse klokkentorens zijn seculiere gebouwen die symbool staan voor de macht van de bourgeoisie en waarvan de klokken ooit waarschuwden voor vijanden of vuurzeeën.

Lees ook:   Momentsleutel van Feedback Sports: De Range Click Torque Wrench

Rol in een langzamer tempo mee op de RAVel

We rollen vanuit Doornik door golvende landbouwgronden van de provincie Henegouwen en varen langs de oevers van het Kanaal Nimy-Blaton-Péronnes in de richting van Bergen. Deze paden langs de rivier worden ook wel aangeduid als zogenaamde RAVeL. RAVel betekent “Réseau Autonome de Voies Lentes” en vertaalt zich als “Autonoom Netwerk voor Langzaam Rijdend Verkeer”. Het zou ook vertaald kunnen worden als “vertragend voortrollen in een bijna meditatieve staat”. Tenminste, zo voelt het. Aan het Canal du Centre bereiken we een van de vier historische scheepsliften van UNESCO en maken we een korte omweg naar de grootste scheepslift ter wereld, Strépy-Thieu, een 117 meter hoge kolos van staal en beton, waar de schepen een hoogteverschil van ongeveer 70 meter overbruggen.

Ontspannen fietsen in de Provinz HenegouwenFoto: Henning AngererOntspannen fietsen in de provincie Henegouwen

De initiatiefnemers van de UNESCO-fietsroute hebben de route opgedeeld in elf etappes. Voor degenen die geïnteresseerd zijn in cultuur, zelfs deze zijn misschien niet genoeg, dus er zijn veel interessante musea en bezienswaardigheden onderweg. Cultuurliefhebbers daarentegen kunnen natuurlijk gewoon langs iedereen heen vliegen en toch waar voor hun geld krijgen. Omdat de RAVeL zo goed is om te fietsen en omdat het landschap steeds mooier wordt naarmate je verder naar het oosten gaat. Als deze RAVeL-fietspaden niet langs een kanaal of een rivier lopen, dan zijn het meestal in onbruik geraakte spoorlijnen. Lage helling, meestal goed verhard. Je hoeft je nauwelijks zorgen te maken over oriëntatie en auto’s werken ook niet op je zenuwen. De Walen hebben immers niet veel te maken met fietsen in het dagelijks leven of met fietstochten. Fietsen is prima, ze kunnen er geen genoeg van krijgen. Talrijke klassiekers van het internationale wielrennen zoals “La Flèche Wallonne” of “Liège-Bastogne-Liège” leiden door de regio. Daar staan ze met duizenden op straat en juichen ze hun idolen toe. Maar die vreemde recreatieve fietsers met bagage, daar kunnen ze in het zuiden van België (nog) niet veel mee…

De route voert langs UNESCO-werelderfgoedlocaties die niet meer van elkaar kunnen verschillen. En ook anders fiets je soms van het ene uiterste naar het andere. We hebben net genoten van de idylle langs de meanderende Samber vanuit Thuin, vooraleer Charleroi ons begroet met machtige industriële woestenijen en de Samber moet voortstromen gevangen in beton. Roestige en kromme sporen leiden nergens heen, de ruïnes van hoogovens, fabriekshallen en koeltorens zijn overwoekerd door kreupelhout. Charleroi werd ooit door een Nederlandse krant uitgeroepen tot de “lelijkste stad ter wereld”. Daar moet je eerst mee omgaan. De inwoners van Charleroi, de “Carolos”, moeten er nu mee omgaan.

Creativiteit in plaats van verlatenheid is aan de orde van de dag. Straatartiesten kunnen zich hier uitleven, de kunstscene is kleurrijk. Maar het kost tijd: Charleroi was bijna een spookstad na de teloorgang van de zware industrie. Vandaag de dag leeft de stad weer, likt nog steeds de wonden van het verleden, maar kijkt naar de toekomst. Samen met Brussel en Namen is een universiteitscampus opgezet om jongeren naar Charleroi te lokken.

Het UNESCO-werelderfgoed in België

Soms sta je versteld van wat de experts van UNESCO veredelen als werelderfgoed en wat niet. Het zijn niet altijd bekende bezienswaardigheden die worden bekroond, zoals in België wel het geval is. Het Atomium in Brussel is bijvoorbeeld niet inbegrepen; en om het nog duidelijker te maken met een voorbeeld uit Duitsland: de Brandenburger Tor staat niet op de werelderfgoedlijst van UNESCO, maar de vrij onbekende Fagus-fabriek in Alfeld, Nedersaksen, wel.

Wallonië herbergt 21 werelderfgoederen en immaterieel cultureel erfgoed van België. Sinds juli 2021 is het eerbiedwaardige kuuroord Spa ook een van de elf “Grote Kuuroorden van Europa” die de titel Werelderfgoed hebben gekregen. Soms wordt de prijs niet uitgereikt voor één gebouw, maar voor een hele reeks gebouwen – zoals de Belforten in België en Noord-Frankrijk, de vier historische scheepsliften op het Canal du Centre en de vier voormalige mijnen in de voormalige steenkoolgordel van Wallonië – belangrijke getuigen van de industriële geschiedenis. Tot slot is er de immaterieel werelderfgoedprijs. Dit kan de Napolitaanse pizza en de Belgische biercultuur zijn. Het is niet het wereldberoemde carnaval in Venetië, maar wel het carnaval in Binche in het Waals, het volksfeest van Doudou in Mons en de traditionele marsen van Entre-Sambre-et-Meuse.

Elk land mag voorstellen indienen, die op een zogenaamde voorlopige lijst terechtkomen en na vele jaren van onderzoek door het Werelderfgoedcomité worden aanvaard of afgewezen. Afhankelijk van de vraag of de commissie een “primordiaal belang voor de mensheid” erkent en onder speciale bescherming wil plaatsen.

Meesterwerk van middeleeuwse architectuur: Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in DoornikFoto: Henning AngererMeesterwerk van middeleeuwse architectuur: Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in TournaIk

De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal in Doornik is het enige gebedshuis in België dat de status van werelderfgoed heeft. Daarnaast zijn er de neolithische vuursteenmijnen in Spiennes. Het Mundaneum in Bergen, dat een verzameling van twaalf miljoen bibliografische documenten bevat en ooit door de Franse krant “Le Monde” werd omschreven als de “Papieren Google”, is bekroond met de titel van UNESCO-documentair erfgoed “Herinnering aan de mensheid”. En tot slot is het landschap in de regio Famenne-Ardenne uitgeroepen tot UNESCO Global Geopark.

Midden in dit prentenboeklandschap ligt het aloude kuuroord Spa. Spa werd vooral beroemd door de Russische tsaar Peter de Grote. In 1717 bracht de heerser, die aan een leverziekte leed, enkele maanden door in Spa. Daarna vertrok hij hersteld en Spa werd uiteindelijk de belichaming van de spa-industrie, de naam is zelfs synoniem met wellness en thermale kuren wereldwijd. In juli 2021 werd Spa ook aangewezen als UNESCO-werelderfgoed, samen met tien andere “Grote Kuuroorden van Europa”.

Foto: Henning AngererHet casino in het eerbiedwaardige kuuroord Spa – sinds de zomer van 2021 UNESCO-werelderfgoed als een van de “Grote Kuuroorden van Europa”

Het contrast kan ook daarna niet groter zijn. Vanuit Spa gaat de route verder via een omweg richting Blegny. Links en rechts van het pad rijzen talrijke “terrils” weer de lucht in. Dit zijn de voormalige afvalbergen, ooit niet meer dan enorme zwarte steenpuisten in het landschap. Bijna duizend van dergelijke kunstmatige heuvels strekken zich uit over een afstand van 200 kilometer door de Waalse steenkoolgordel. Inmiddels zijn ze allang vergroend en komen ze langs als soortenrijke biotopen. Door de warmte en het mineraalgehalte dat erin is opgeslagen, kunnen onder andere seringen en orchideeën gedijen op de puinheuvels, omringd door talloze vlinders en vogels.

Officieel eindigt de UNESCO-fietsroute aan de mijn van Blegny, maar we rijden door naar het levendige Luik. Ook hier roken de schoorstenen nauwelijks meer, maar Luik woekert met zijn futuristische Calatrava-treinstation en een zeer levendige culturele en gastronomische scene. We zitten aan de oevers van de Maas en proosten op de geslaagde tocht op de UNESCO-fietsroute met een Belgisch Werelderfgoedbier. Het Luikse Curtiusbier is ideaal als feestbier: het smaakt niet alleen heerlijk, maar wordt ook afgesloten met een kurk zoals een champagnefles.

Lees ook:   MTB Supertrail in Valle d'Aosta: surfen op de golven van de Banzai Trail

Getuigenis van het industriële erfgoed van Wallonië: de voormalige kolenmijn van Blegny, al lang gesloten en sinds 2012 UNESCO-werelderfgoedFoto: Henning AngererGetuigenis van het industriële erfgoed van Wallonië: de voormalige kolenmijn van Blegny, al lang gesloten en sinds 2012 UNESCO-werelderfgoed

Algemene informatie en tips voor de UNESCO-fietsroute

De UNESCO-fietsroute loopt dwars door Wallonië, het Franstalige gebied in het zuiden van België. Het startpunt in Doornik ligt dicht bij de Franse grens, de bestemming, de voormalige steenkoolmijn Blegny, ligt aan de poorten van Luik. De route is bijna 500 kilometer lang en loopt voornamelijk over aangewezen fietspaden (RAVeL), boerenwegen en autoluwe wegen. Als fietser kun je je het beste oriënteren met de Knooppunten Systeem, want de fietsroute is nog niet bewegwijzerd – maar dat moet komen.

Het westen is vlak tot golvend, maar het wordt heuvelachtiger in de Ardennen, het enige middelgebergte van België. En hoewel de “architecten” van de UNESCO-fietsroute veel moeite hebben gedaan om paden te vinden met zo min mogelijk hellingen, zijn er in de Ardennen extreem steile passages om onder de knie te krijgen. Nooit lang, maar soms zo bruut dat het voor niet goed getrainde fietsers zeker aan te raden is om de tocht per e-bike aan te pakken.

GPS-gegevens

Je kan de GPX-gebruiken om te fietsen op de UNESCO-fietsroute door Wallonië Download hier gratis of je kunt het vinden in de MYBIKE Collectie op komoot.

Reis

Als u met de fiets en de trein wilt reizen, moet u de regionale trein nemen via Aken, Welkenraedt, Luik en Brussel naar Doornik. Het is niet mogelijk om de parkeerplaats te reserveren. Als de zitplaatsen bezet zijn, moeten de reizigers “de volgende trein nemen”, zoals het bondig staat vermeld op de website van de Belgische spoorwegen (www.belgiantrain.be/de). Soms zijn Belgische treinen uitgerust met comfortabele fietscoupés. Soms moet je je fiets in een krappe, logge bagageruimte hijsen (vooral moeilijk bij e-bikes), die ook door het treinpersoneel moet worden geopend en vergrendeld. Een enkele reis kost vier euro.

Aanbevolen accommodaties (die allemaal het label “Bienvenue vélo” hebben gekregen als fietsvriendelijke accommodatie)

  • Doornik: Hotel Alcantara, Rue des Bouchers Saint-Jacques 2, www.hotelalcantara.be
  • Mons: Martin’s Dream Hotel Mons, Rue de la Grande Triperie 1,
    www.martinshotels.com/fr/hotel/martins-dream-hotel
  • Dinant: La Merveilleuse, Charreau des Capucins 23, www.infiniti-resort.be
  • Spa: Hotel Radisson-Blu, Koningsplein 39,
    www.radissonhotels.com/de-de/hotels/radisson-blu-spa
  • Luik: Van der Valk Congrès, Esplanade de l’Europe 2, www.congreshotelliege.be/de

Eten en Drinken

Op elke andere hoek is er een Kanton Friture, maar Wallonië heeft nog veel meer te bieden, is een echt gastronomisch land.

Zoiets als het nationale gerecht in heel België Witlof gegratineerd met kaas met ham.

In Luik zou je de Speciale gehaktballen (boulets à la Liégoise) Geserveerd met een “sauce lapin” (met Luikse siroop).

Om de 500 verschillende soorten bier worden gebrouwen in België. Het spectrum varieert van trappisten- en abdijbieren van hoge gisting, waarvan sommige tien procent alcohol bevatten, tot zogenaamde bieren van spontane gisting (lambiek en geuze), fruitbieren zoals Kriek (gemaakt met krieken) en Blanche, een ongefilterd witbier gebrouwen met sinaasappelschil en koriander. Onderweg vonden we de verschillende Blanche-bieren, de Saison Dupont en het Luikse Curtius-bier het lekkerst.

MYBIKE tip

Restaurant Les Mougneûs d’as in Bouvignes

Aanbevolen: Les Mougneûs d'asFoto: Henning AngererAanbevolen: Les Mougneûs d’as

Vertaald uit het Waals betekent de naam “knoflooketer”. In het gezellige restaurant midden in het middeleeuwse dorp Bouvignes is er natuurlijk iets anders dan “Knobi”, met de focus op regionale specialiteiten. www.lesmougneusdas.be

Literatuur/Kaarten

Fietskaart van de ADFC, België, Wallonië, schaal 1:150.000, 9,95 euro, www.fahrrad-buecher-karten.de

In de VVV-kantoren ter plaatse kunt u de regionale RAVeL-kaarten.

Informatie

België Toerisme Wallonië, Stolkgasse 25–45, 50667 Keulen,
www.belgien-tourismus-wallonie.de, www.visitwallonia.be/radfahren